BuitensteBinnen

Spijtig genoeg houdt de betrokkenheid van de gemeenteraad maar al te vaak op zodra een besluit genomen is. En dat terwijl de uitvoering van het beleid dan pas begint. Ook daarbij heeft de gemeenschap de raadsleden nodig. In het sociaal domein bijvoorbeeld, om de kwaliteit van de geleverde zorg te controle- ren. Vraag het maar aan inwoners: de verzilvering van beleid en besluit zie je wanneer het werk wordt gedáán, niet wanneer het wordt bedacht en gepland. Volksvertegenwoordigers hebben een controlerende rol. Zowel bij goede zorg voor kinderen als bij ambitieuze plannen van projectontwikkelaars: de gemeenteraad moet toezien op hoe het eraan toegaat en waar nodig interveniëren. Betrokkenheid bij de uitvoering van beleid zou daarom meer aandacht moeten krijgen op de agenda van de gemeenteraden. In de praktijk hebben gemeenteraden daarvoor echter nauwelijks nog werkvormen. Dat maakt het lastig de controlerende rol goed in te vullen.  Raadsleden, al dan niet gevoed door (boze) inwoners, stellen raadsvragen na media-aandacht. De geluidsoverlast van het evenemententerrein of de wachtlijst voor de jeugdzorg is even het gesprek van de dag, daarna is er weer een volgende hype. • Bureaucratie Raadsleden worden bedolven onder rapportages om alles maar te registreren en te meten ‘voor het geval dat’. Het levert een papieren schijnwerkelijkheid op die veel extra tijd, geld en werk kost. • Minder ruimte voor open vragen en een goed gesprek Een raadslid dat bij de toekenning van subsidies vraagt: “Hoe gaat het nu eigenlijk?”, wordt argwanend bekeken. En soms zelfs te verstaan gegeven dat hij of zij hier niet over gaat, want “de kaders zijn immers al gesteld”. De uitvoering is de fase die er echt toe doet, voor inwoners, ondernemers, cliënten, patiënten en klanten. Pas dan wordt een plan werkelijkheid. Dan ontstaat een democratisch samenspel tussen bewoners, markt en overheid. Raadsleden mogen iets vinden van die uitvoering en er iets mee willen – in passende bescheidenheid én ambitie. Waar leidt dat toe? • Incidentenpolitiek

Ga ter plekke kijken, ook dat is toezien

2. Doe aan democratisch opbouwwerk. Organiseer tegenmacht en versterk de positie van burgers en gemeenschap. Denk ook aan uitvoerende mensen zoals leer- krachten, zorgmedewerkers en buurtwerkers. Dat is belangrijk in het spel tussen markt en overheid. Benut (ervarings)deskundig- heid bij je controlerende taak, bijvoorbeeld van cliënten van het welzijnswerk, schooldirecteuren en zwerfvuilrapers. 3. Ga van controleren naar toezien. Toezien doe je vooral ter plekke en op het moment zelf. Dus niet: een managementrapportage achteraf. Maar wel: als raadslid weten waar je op wilt letten en dat in de gaten houden, door op locatie te gaan kijken, mensen uit te nodigen en het gesprek aan te gaan. 4. Maak ruimte in de beleidscyclus. Veel raden maken gebruik van de BOB-cyclus: beeldvorming, oordeelsvorming en besluit. Tot aan het besluit heeft de raad verschillende werkvormen tot haar beschikking, die verankerd zijn in de formele beleidscyclus: van brainstorm tot verkenning, van onderzoek tot panel. Maar BOB stopt waar het echte werk – de uitvoering – begint. Tijdens uitvoering, beheer en evaluatie ligt er een grote witte vlek. Ga daarom van BOB naar BOBT. In de fase van toezien kun je bijvoorbeeld het jaarlijkse cliëntervaringson- derzoek als aanleiding nemen om de ervaringen van inwoners met jeugdzorg of Wmo te bespreken. Kortom: de gemeenteraad is aan zet. Beter toezien op de uitvoering is nodig én mogelijk. En dat kan op vele plekken en manieren. Laten we de komende jaren samen zoveel mogelijk van deze plekken en manieren ontginnen.

Hoe is de controlerende taak van de gemeenteraad op de uitvoe- ring te verbeteren? Wij noemen hier vier punten:

Wat antwoord je op: “Daar gaat u niet over”? Loop je in de praktijk aan tegen deze dooddoener? Dan kun je antwoorden: “Ik ga er inderdaad niet over. Maar ik ga er wel op letten.” Als raadslid heb je namelijk niet alleen instrumenten waarmee je kunt interveniëren (dan ga je ergens over en stuur je bij), maar ook instrumenten voor indicatoren: de dingen waar je op let. Hoe scherper je die stelt en er naar kijkt, zowel in de praktijk als in het papierwerk, hoe steviger je toezicht.

1. Stuur op samenwerken. Laat uitvoerders en inwoners met elkaar in gesprek gaan om te kijken wat goed gaat en wat beter kan. Zie erop toe dat die ge- sprekken plaatsvinden en van hoge kwaliteit zijn. Laat je daarbij niet slechts leiden door onderzoeken en factsheets vanuit het college, maar bestel actieonderzoek, bijvoorbeeld bij je rekenka- mer. En ga ook zelf ter plekke kijken. Ook dat is toezien.

Dit artikel is geschreven door Hein Albeda, Dieger ten Berge, Harmen Binnema, Geeske Wildeman en Marije van den Berg, namens de Denktank democratisch samenspel. Hierin zitten adviseurs, wetenschappers, initiatief- nemers, politici, publicisten, ambtenaren en onderzoekers die de kwaliteit van onze democratie willen verbeteren. www.democratischsamenspel.nl.

In de uitvoering wordt een plan pas werkelijkheid

BuitensteBinnen 17

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online