BuitensteBinnen
hoe het wél kan Een interview met burgemeester Wim Groeneweg en medewerkers Piet Daalhof en Frank van Dijen
Wat betekent overheidsparticipatie voor jullie? WG: “Aansluiten bij wat inwoners al doen en wat zij belangrijk vinden. En daarbij zelf niet in de weg lopen. Je leert in de loop der jaren hoe je dat moet aanpakken. Het zit dicht bij mijn hart en hoort ook bij mijn rol als burgemeester. In mijn functieom- schrijving staat dat ik participatie met burgers vorm moet geven.”
Welke hobbels komen jullie tegen? PD: “Als je gewend bent te werken in het stramien van plan- ningen, budgetten en regels is het soms lastig om daar uit te stappen. Bij bepaalde afdelingen geldt dat meer dan bij anderen, en dat botst wel eens.” Waaraan merk je dat de nieuwe manier van werken terrein wint binnen de gemeente? FvD: “Je ziet het aan de veranderende houding van ambtenaren. Dat ze ineens hun oren te luisteren leggen bij inwoners, en met hen meedenken over hoe iets wél kan. Een leuk voorbeeld is een medewerker die gewend was om vooral in regels te denken. »
Is er onder alle wethouders draagvlak voor overheidsparticipatie?
WG: “In toenemende mate, hoewel nog niet iedereen het in praktijk brengt. Maar ik blijf het ter sprake brengen en spreek wethouders er ook op aan. Laatst werd ik zelf gecorrigeerd door een wethouder, die eerder wat terughoudend was.
Vier tips voor verandering
Inwoners krijgen niet meer te horen: daar ga ik niet over
1. Ga eerst doen en dan beschrijven WG: “We hebben nog weinig geformaliseerd. Dat moet uit- eindelijk wel, maar nu zijn we vooral aan het doen. Schrijf geen nota’s, maar ga luisteren, naast mensen zitten. Ga ergens kijken. Vraag waarom mensen iets doen. Wat is de bedoeling? Laat dat leidend zijn.” 2. Laat voorbeeldgedrag zien en wijs ambassadeurs aan WG: “Als burgemeester wil je een voorbeeld zijn. Het gaat erom dat je je visie in de praktijk brengt. Daar hoef je geen trainingen voor te organiseren. Hier doen we aan DIMmen in plaats van DIPpen: denken in mogelijkheden in plaats van denken in problemen.” PD: ”Als ambassadeur neem ik vaak mensen mee naar initia- tieven. En collega’s die het nog niet in de vingers hebben help ik een handje.” 3. Laat nieuwe medewerkers direct kennis maken met de werkcultuur WG: “Nieuwe medewerkers worden tijdens hun introductie meteen meegenomen in onze manier van werken. Initiatief- nemers leiden hen rond in de gemeente. Ze leren vanaf dag één dat ze niet in een willekeurige gemeente werken, maar in Vianen. En dat daar een bepaalde werkwijze bij hoort.” 4. Laat zien wat goed gaat en leer zelf van anderen WG: “We organiseren van alles om de successen te laten zien en publiciteit te geven aan initiatieven, via burendagen, tour- nees en deelname aan NLdoet.” PD: “En we gaan zelf kijken bij projecten in andere gemeenten waar we wat van kunnen leren.”
En bij de gemeenteraad? WG: We hebben de hele gemeenteraad uitgenodigd in de kas (zie kader pag. 30) en daar met elkaar gegeten. De betrokken inwoners hebben hun verhaal verteld. Dat maakte de raadsleden ook trots en zo vier je het succes met z’n allen. Wat hebben jullie gedaan om de interne gemeentelijke cultuur te veranderen? PD: “Overheidsparticipatie is onderdeel van het coalitieprogram- ma, de burgemeester is bestuurlijk eigenaar van het onderwerp. Een interne werkgroep cultuur heeft sessies en bijeenkomsten voor medewerkers georganiseerd. Daarin zijn de kaders gezet voor het ‘van buiten naar binnen werken’, een kernpunt van onze visie. En we leren vooral van casussen: er komen burgers met een idee, hoe reageer je daar als ambtelijke organisatie op?
OVERHEIDSPARTICIPATIE
BURGERPARTICIPATIE
• Start bij de burger • Burger als initiatiefnemer • Overheid als facilitator • Gedacht vanuit mogelijkheden • Wijkniveau of lager
• Start bij de overheid • Burger als participant • Overheid als initiatiefnemer • Gedacht vanuit beleidprobleem • Wijkniveau of hoger
Bron: Berenschot 2013
BuitensteBinnen 29
Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online